Interview bondcoach Koos Moerenhout

Koos Moerenhout werd in zijn carrière Nederlands kampioen op de weg in 2007 en 2009. "Het zijn de absolute hoogtepunten uit mijn actieve loopbaan", lacht Moerenhout. "Daarnaast heb ik een aantal wereldkampioenschappen gereden waar ik er telkens in slaagde om het beste uit mezelf naar boven te halen. In dat opzicht was ik misschien wel een beetje een zogenaamde kampioenschaprenner, ja. Ik kon meestal goed overweg met de type zwaardere parcoursen van die WK's en haalde er altijd een hoog niveau."

"Het tijdrijden is erg veranderd in de afgelopen tien jaar"

"Zeker in het tijdrijden, wat naar het einde van mijn carrière steeds beter bij me leek te passen. Zo werd ik op het WK van 2007 in het Zwitserse Mendrisio 7e, al was zo'n top 10 het maximaal haalbare voor iemand met mijn capaciteiten. Je kan het ook niet meer vergelijken. Het tijdrijden is erg veranderd in de afgelopen tien jaar. Het is veel aerodynamischer en veel meer gefinetuned. De ontwikkeling van zo’n specialisme is enorm en valt niet te stoppen."

Knechten

"Geen idee of knechten te vaak onderschat worden", zegt Moerenhout over mijn betreffende vraag. De Noord-Brabander was zelf iemand die in dat hokje geduwd werd. "Als je geen specialist bent in sprinten, tijdrijden of klimmen, dan kan je moeilijk een wedstrijd winnen en raak je automatisch wat in een meer ondersteunende rol", zegt hij. "Maar knechten is ook een functie die veel expertise vraagt en vaak mede van doorslaggevende aard is in het eindresultaat van de kopman."

Bondscoach

Als bondscoach kijkt Moerenhout op een andere manier naar het wielrennen. "Als renner ben je op jezelf gefocust om te zorgen dat je de volgende wedstrijd kunt winnen. In de tweede helft van mijn carrière werd ik zelf steeds meer uitgespeeld als wegkapitein en dan trek je automatisch je vizier wat meer open.  Dan was ik al meer bezig met de prestatie van de ploeg dan met die van mezelf. 
Nu als bondscoach ben ik zowel met alle renners als met de staf bezig. We zijn ook maar een paar momenten per jaar samen, dus dat vraagt een specifieke aanpak." 

"Als ik een week niet kan rijden, ben ik best wel wat knorrig"

In 2010 stopte Moerenhout wel als prof, maar de fiets aan de wilgen hangen, deed hij eigenlijk niet helemaal. "Ik probeer nog zoveel mogelijk te fietsen", zegt hij. "Als ik een week niet kan rijden, ben ik best wel wat knorrig. Liefst ga ik drie tot vier keer per week op pad, meestal voor een uurtje of twee. 

Soms kan het al eens wat langer zijn. Een ideale dag begint met opstaan, ontbijten en een fietstocht, net zoals dat in mijn tijd als prof gebeurde. De insteek is natuurlijk wel wat anders, ik kan er daarom misschien wel meer van genieten dan vroeger, ja. Al is het ook wel om mijn hoofd eens leeg te maken en lekker fit te blijven."

Routes in eigen omgeving

Moerenhout woont nu in Steenbergen, ten noorden van Bergen op Zoom. "Ik fiets hier graag in de omgeving", zegt hij. "Een mooi fietsgebied. Je kan de bossen in richting West-Brabant, de Zuid-Hollandse heide of de polders in Zeeland, waar je wat meer wind hebt. Maar ik kan er ook nog steeds van genieten om in het buitenland een leuke col op te fietsen. Ik fiets nog altijd goed door, maar het competitieve kantje is er wel af. (lacht) Ik ga graag alleen op pad of soms met de familie."

Vooruitblik WK Yorkshire

Met Mathieu van der Poel heeft Nederland een favoriet voor het WK op zondag 29 september. "Ik verwacht vooral een hele mooie koers", besluit Moerenhout. "Mathieu is een mooie kopman voor ons, maar ook Van Avermaet, Gilbert, Sagan en Matthews hebben getoond dat ze in vorm zijn. Topfavoriet wil ik Mathieu dus niet noemen." 

"Er zitten niet te veel klimmetjes in, maar het is wel continu op en af"

"Het parcours bevat een grote lus van 190 km en vervolgens zeven rondjes van elk veertien km. Die grote lus is een kopie van de Tour de France-rit van 2014 tussen Leeds en Harrogate. Maar ze is op zich al heel zwaar. Er zitten niet te veel klimmetjes in, maar het is wel continu op en af. Geen meter is vlak. De plaatselijke rondjes zijn altijd heel hectisch op een WK, met veel draaien en keren en af en toe heeft de wind ook vrij spel. Er zijn in ieder geval voldoende mogelijkheden om er een harde wedstrijd van te maken."