Colle dell’Agnello
De hoogste grenspas van Europa ligt tussen Frankrijk en Italië en is maar liefst 2744 meter hoog. In Europa zijn er slechts zes beklimmingen hoger. De Italiaanse kant vanaf Sampeyre telt 31,6 kilometer en 1802 hoogtemeter. Vooral de laatste 9 kilometer zijn verschrikkelijk steil, met een gemiddelde boven de 10%. Qua schoonheid is deze klim nauwelijks te evenaren, omdat hij zo afgelegen ligt. Dit geldt eveneens voor de Franse kant.
In 2016 werd de pas sneeuwvrij gemaakt voor de Giro. Was hij maar geschrapt, want hier reed Kruiswijk de sneeuwmuur in wat hem de eindzege kostte.
Aantal keer in de Giro: 4, in de Tour: 2
Passo Manghen
Deze pas ligt in de zuidelijke Dolomieten. De noordkant begint in Molina en de zuidkant in Borgo Valsugana. Vooral die laatste is the beauty and the beast. 23 kilometer lang rij je over een smalle weg waar auto’s elkaar nauwelijks kunnen passeren. De laatste 7 kilometer zijn buitengewoon bruut en mooi. De weg ligt als een sliert tegen de berg en het is continu boven de 10%. De meest uitdagende Italiaanse granfondo, Sportful Dolomiti Race, gaat hier ook overheen.
De Girohistorie is beperkt, desondanks is dit een absolute must-do in een paradijselijke omgeving.
Aantal keren in de Giro: 6
Colle delle Finestre
Hoewel de Finestre van twee kanten bereikbaar is, is de 18 kilometer lange klim vanuit Susa de enige die echt telt. De eerste 10 kilometer zijn al vreselijk lastig, maar die gaan nog over perfect asfalt. De laatste 8 kilometer zijn onverhard. Voor de Giro wordt het wegdek meestal eerst gewalst. Maar op een ander moment is het compleet onverhard met losse stenen en gruis. Hiervoor is tegenwoordig de gravelbike uitgevonden. De afdaling is gelukkig wel prima geasfalteerd.
In 2018 sloeg Froome hier zijn slagdoor zowel Yates als Dumoulin op achterstand te rijden en de Girozege veilig te stellen.
Aantal keer in de Giro: 4
Passo Gavia
De Gavia in een notendop: hoog (2615 m) en lang. Vanuit Bormio is het 25 kilometer, waarvan vooral de laatste 12 indrukwekkend zijn. De klim vanuit Ponte di Legno, is de klassieke kant. Dit smalle, steile weggetje is een van de mooiste beklimmingen van de Alpen. Het uitzicht is zo waanzinnig mooi, dat laat zich nauwelijks beschrijven.
In 1988 kwam Johan van der Velde totaal verkleumd als eerste boven in de sneeuw. Door de kou lukte het niet een regenjack aan te doen en hij zocht beschutting in een busje. Erik Breuking haalde vlak voor de finish Andrew Hampsten in en won. Van der Velde hield er de eretitel L‘Uomo di Gavia (de man van de Gavia) aan over.
Aantal keer in de Giro: 12 (2 keer gecanceld)
Passo Fedaia
De oostkant van de Fedaia is een van de meest uitdagende beklimmingen van Italië. Er zijn twee routes: over de grote weg en via de oogverblindende Sottogudakloof. Zodra de kloof weer op de grote weg uitkomt begint het klapstuk: 5,5 kilometer met een gemiddelde van 11%. De eerste kilometers lopen als een streep rechtdoor. Je komt nauwelijks vooruit. Daarna volgen diverse haarspeldbochten met stukken boven de 15%. Het uitzicht bovenop is adembenemend: je kijkt aan tegen de Marmolada, de hoogste berg van de Dolomieten met zijn eeuwige sneeuw.
De Giro van 2022 kende een finish op de Fedaia.
Aantal keren in de Giro: 18
Tre Cime de Lavaredo
Tre Cime is de slotklim van de 19e etappe dit jaar. Ook legde Eddy Merckx hier in 1968 onder winterse omstandigheden de basis voor zijn eerste grote rondezege. Wielerhistorie met een hoofdletter W.
De klim zelf is een lastige doodloper met de top op 2357 meter. De laatste 7 kilometer kennen eerst een heel lastige kilometer gevolgd door een afdaling van 2 kilometer. De laatste 4 kilometer zijn maar liefst 12,4%. Ga er maar aanstaan. Hier heb je een adembenemend zicht op de Drei Zinnen, een van de grootste attracties van de Dolomieten.
Aantal keren in de Giro: 7 + editie van 2023
Passo Mortirolo
Lance Armstrong noemde de Mortirolo de zwaarste beklimming die hij ooit had gedaan. Deze pas is van maar liefst zes kanten bereikbaar, maar de klim vanuit Mazzo is de bekendste. De cijfers zijn indrukwekkend: 12 km lang, gemiddeld 10,9% met uitschieters naar 18%. De klim loopt voornamelijk door een bos, verwacht weinig uitzichten. De extreme inspanning maakt dat je deze klim gedaan moet hebben.
In 1994 legde Marco Pantani hier het hele klimmerspeloton op de pijnbank. Hij kwam als eerste boven en won in het nabijgelegen Aprica de etappe. Niet ver onder de top staat een monument ter ere van de piraat.
Aantal keer in de Giro: 15
Colle de Nivolet
Deze reuzencol (2612 m) vormt de grens tussen de regio’s Piemont en Valle d’Aosta. Helaas is hij slechts vanuit één kant bereikbaar. De noordkant is zelfs met een mtb niet te doen. De exacte startlocatie is lastig te bepalen, maar vanuit Cuorgné overbrug je in 55 kilometer maar liefst 2320 hoogtemeter. Ondanks enkele lastige kilometers is de klim nergens extreem steil. Alle tijd om te genieten van het fabelachtig mooie Gran Paradisogebergte.
2019 was de enige keer dat de Giro hier kwam. De finishlijn lag bij het Lago Serru, net onder de top. De Rus Zakarin won de etappe.
Passo Pordoi
De Passo Pordoi is de meest beklommen klim van de Giro. Eigenlijk staat hij symbool voor het Sella rondje, wellicht de mooiste route die denkbaar is. Zowel vanuit Arabba als vanuit Canazei is de klim niet extreem lang, niet al te zwaar en zijn er tietallen haarspeldbochten. Genoeg tijd om de oogverblindende omgeving in op te nemen. Hier ligt de fietshemel, mooier ga je het niet krijgen.
In de Giro was de Pordoi zelden het toneel van groot spektakel. In 2021 werd de klim op het laatste moment geschrapt wegens noodweer.
Aantal keren in de Giro: 33
Colle del Gran San Bernardo
De Cima Coppi van de Giro 2023 mag niet ontbreken. De Zwitserse kant kent lange galerijen en is nauwelijks interessant. De Italiaanse kant is echter een parel die start in Aosta. De profs rijden over de grote weg, maar de parallelle weg via Porossan is bergfietsen zoals het bedoeld is: rustig, niet extreem steil in een paradijselijke omgeving. Kortstondig kom je op de grote weg, maar al snel gaat het doorgaande autoverkeer richting de tunnel en is de pasweg van fietsers en toeristen. Tot de col op 2473 meter wordt de omgeving steeds desolater en mooier.
Aantal keer in de Giro: 6, in de Tour: 5
Passo Giau
Wie de Dolomietenmarathon heeft gereden kent de Giau. De zuidkant is een heel lastige klim van bijna 10 kilometer met een gemiddelde van 9,5%. De andere kant is nauwelijks makkelijker. De klim is voor niemand makkelijk, maar blijf vooral oog houden voor de omgeving, want het is zonder twijfel een van de mooiste beklimmingen van de Dolomieten.
In de Giro van dit jaar is dit de voorlaatste klim in de 19e etappe die wordt afgesloten op Tre Cime de Lavaredo. In 2021 plaatste Bernal hier een beslissende demarrage in de stromende regen.
Aantal keer in de Giro: 10
Colle della Fauniera
In de regio Piemont vind je misschien wel de rustigste klim van de hele lijst. Vanaf drie kanten is de Fauniera (2481 m) bereikbaar over goed asfalt: noord, zuid en oost. Allemaal meer dan 20 kilometer. De oostkant is beestachtig met een gemiddeld percentage van 9,2 over 15 kilometer. Deze klim is ook onderdeel van de granfondo La Fausto Coppi. De andere twee beklimmingen zijn iets minder heftig, maar een makkelijke kant is er niet. Bovenop staat een prachtig monument ter ere van Pantani.
De Giro kwam hier slechts één keer voorbij, in 1999. In 2021 leek een tweede passage gepland, maar deze werd geskipt.
Monte Zoncolan
La porta per l’inferno (de poort naar de hel) staat er op het spandoek dat boven de weg hangt. De bekende kant vanaf Ovaro doe je niet omdat fietsen leuk is. Het begin en het eind zijn nog doenlijk, maar het vreselijke middenstuk van 5,5 kilometer is 15,2% gemiddeld. Compleet krankzinnig. De Zoncolan is vooral een bucketlistdingetje. Maar wat voor een! Wie boven komt mag zichzelf schouderklopjes geven.
Zodra de Zoncolan in de Giro zit zie je renners worstelend tegen de zwaartekracht. In 2017 behaalde Chris Froome een prachtige zege voor Simon Yates en Dumoulin.
Aantal keer in de Giro: 7
Madonna del Ghisallo
Dit kerkje bovenop de heuvel Ghisallo mag natuurlijk niet ontbreken. In 1949 is deze plaats de door de toenmalige paus Pius XII uitgeroepen tot beschermheilige van wielrenners. De klim is vast onderdeel van de Ronde van Lombardije. Voor de ingang staan beelden van Coppi en Bartali en er is een wielermuseum. Meer Italiaanse wielerpassie vind je nergens. De klim zelf is 9 kilometer lang. Bestaande uit twee lastige stukken, onderbroken door een korte afdaling.
De Giro kwam hier zelden voorbij, slechts vier keer. In de ronde van 1976 zelfs twee keer.
Passo dello Stelvio
De meest fameuze klim van Italië en wellicht van de wereld. De top is van 3 kanten te bereiken. De oostkant vanuit Prato is de klassieke kant, absoluut de mooiste. In 25 kilometer naar de top wachten maar liefst 48 genummerde bochten. Het continue zicht op de eeuwige sneeuw is adembenemend. Vanaf bocht 22 wacht een fabelachtige blik op de resterende bochten. Dit moet je gezien hebben. De beklimmingen vanuit Bormio en via de Umbrailpass doen qua schoonheid nauwelijks onder.
In 2012 won Thomas de Gendt een legendarische etappe met finish op de Stelvio.
Aantal keer in de Giro: 10 (1 keer gecanceld)
Tekst: Herman Nekkers
Beeld: Sportograf / Herman Nekkers