Onder de oude stadspoort en over de kasseien dokkeren we het centrum uit. De route glooit over rustige wegen en rijgt kleurrijke dorpjes aan elkaar. De rit is ingetogen, tot we met Holašovice een waar openluchtmuseum inrijden. Drieëntwintig in ‘Zuid-Boheemse volksbarok’ gebouwde boerderijen staan om een imposant rechthoekig veld. Ze dateren uit de 18e en 19e eeuw. De opstelling van de huizen komt zelfs nog uit de middeleeuwen. Het gegeven dat Unesco dit als werelderfgoed heeft bestempeld heb ik niet nodig om het bijzondere van deze plaats te zien. We nemen even de tijd om in alle rust (geen toerist te bekennen) dit pure Tsjechië te proeven.
Weer op de fiets worden de vergezichten repeterend verdekt door bossen. We zien grote heuvels en kleine bergen. De vingerafdruk van de mens is hier opvallend afwezig. Wegen, weilanden en spaarzame huizen zijn de voornaamste onderbrekingen van het overheersende groen. Bovendien geen vuiltje aan de lucht of in de berm.
In het plaatsje Kuklov stappen we van de fiets en weg. Langs een achtertuin bereiken we een ruïne. Een prachtige kerk waar dak, vloer en glas grote afwezigen zijn. Als je het niet weet fiets je er zo aan voorbij.
In de hele rit staat het voorwiel nooit waterpas met het achterwiel, zonder dat de daarvoor verantwoordelijke verharding echt steil wordt. Maar prijs de dag niet voor het avond is, met Prachatice weer op de borden pakken we nog even een venijnige sloper mee, de finaleklim uit de L’Étape Czech Republic (Mountain Stage). Even anderhalve kilometer aan tien procent wegtrappen.
Hijgend doen we voorzichtig in de afdaling. Twee haarspeldbochten willen ons met hulp van mos uit de bocht dwingen, maar daarvoor gewaarschuwd dalen we behoedzaam af en komen veilig beneden.
Terug op het Velké Námestí, het centrale plein van Prachatiche, belanden we voldaan en met een glimlach op een gezellig terras.