• Gezondheid
  • Gewijzigd op 9 oktober 2024

Hoe stap je soepel van de weg over naar het bos?

In de herfst gaan veel wielrenners van het gebaande pad; ze duiken met hun mountainbike of gravelgrinder het terrein in. Deze overgang verloop lang niet altijd even soepel. In dit artikel leggen we je uit waardoor dit komt en wat je eraan kunt doen.
Hoe stap je soepel van de weg over naar het bos?
Hoe stap je soepel van de weg over naar het bos?
Schijnbaar moeiteloos verruilen supermensen als Marianne Vos en Mathieu van der Poel steeds weer de ene fiets succesvol voor de andere. Vanzelfsprekend is dit echter niet: iedere discipline vergt andere lichamelijke eisen. 

Om een en ander te begrijpen, nemen we een hoofdbegrip uit de trainingsleer: specificiteit. Eenvoudig gesteld betekent dit: je wordt alleen beter in datgene wat je traint. Dat is tot op zekere hoogte vanzelfsprekend: van zwemmen ga je niet harder fietsen, een honderdmetersprinter zal falen op de marathon. Het valt moeilijker te begrijpen dat er ook een verschil is in fysieke belasting tussen wegwielrennen en offroad fietsen.

Gebruik van andere spieren

Waar je op de weg de benen laat malen terwijl het bovenlichaam zo stil mogelijk op de fiets ligt, moet het hele lijf in het bos onophoudelijk anticiperen op steeds veranderende omstandigheden. Rug en polsen vangen klappen op bij het rijden over harde oneffen ondergrond, op een steile helling trek je hard aan het stuur en span je krachtig rug- en buikspieren aan om je benen te ondersteunen. Op een drassig pad ram je hard op de pedalen en voorkomen je rompspieren dat je heen en weer schuift op het zadel. Kortom: je gebruikt andere spieren.

"Wielrenners zitten stevig in hun zadel, in het bos hangt je er als biker vaak boven"

Op de weg spreek je vooral je duurvermogen aan. Offroad is het door aanzetten, afremmen, sprintje hier, sprintje daar, een samenspel tussen verschillende energiesystemen. Wielrenners zitten stevig in hun zadel, in het bos hangt je er als biker vaak boven. Spieren spannen hierdoor voortdurend aan vanuit andere hoeken, de coördinatiepatronen zijn diverser. 

Complementair trainen

Is de overstap tussen de disciplines dan af te raden? Absoluut niet! De verschillen zorgen ervoor dat trainen in het bos complementair werkt. Offroad rijden maakt stuurvaardiger, is een speelse manier van intervaltraining en kan bijdragen aan een betere rompstabiliteit. Die core stability, de mate waarin rug-, buik- en zelfs bekkenspieren gezamenlijk zorgen voor een solide basis van waaruit het lijf krachten kan genereren en opvangen, is ook erg nuttig voor het fietsen op de weg. 

Om de overstap van weg naar offroad te veraangenamen is het allereerst raadzaam de belasting geleidelijk op te bouwen. Kun je gemakkelijk drie uur op de weg fietsen? Begin toch met ‘maar’ anderhalf uur bos. Of rijd een route die slechts deels onverhard is. Vergeet ook niet goed te eten en drinken, eet zelfs iets regelmatiger dan op de weg, vanwege de intensiteitswisselingen en eventueel vanwege de kou. 
 
Zo train je je core stability.

Wil je helemaal goed voorbereid het bos in gaan, kun je de maanden ervoor al rug- en buikspieren trainen. Zoek op internet naar ‘core stability exercises’ en er gaat een wereld voor je open. Sowieso aan te bevelen aan iedereen die fietst; weg of bos, baan of veld - een sterke core is eigenlijk onontbeerlijk.

Ten slotte, de belangrijkste reden om ’s winters het bos in te duiken: het is ontzettend plezant eens iets anders te doen en in de natuur te zijn. Laat fysieke problemen die pret niet bederven en zoek indien nodig een - gespecialiseerde - gezondheidsprofessional op!

Tekst: Daan Sindelka (fysiotherapeut MSc bij De Fysio in Soesterberg)
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant