• Ons werk
  • Gewijzigd op 18 februari 2025

Uitdagende MTB-routes: zegen of vloek?

Jumplines, drop offs en wortelklimmen. Voor sommige mountainbikers kunnen MTB-routes niet uitdagend genoeg zijn. Maar trailbouwers en terreineigenaren zien dan weer ‘beren op de trail’ rondom de veiligheid. Hoe ver kun je als trailbouwer gaan?
Uitdagende MTB-routes: zegen of vloek?
Uitdagende MTB-routes: zegen of vloek?
Mountainbiken in Nederland mag wel uitdagender, als je het aan een deel van de mountainbikers vraagt. Maar verenigingen, trailbouwers en terreineigenaren zijn vaak terughoudender, want technischer routes brengen ook risico’s met zich mee. Toch lijkt consensus mogelijk, als we allemaal maar elkaars beweegredenen weten. Fietssport sprak met een routebouwer, veiligheidscoördinator, mountainbiker én de belangenbehartiger MTB bij de NTFU.

Patrick Jansen
Routebouwer | eigenaar Tracks & Trails

Patrick Jansen is een autoriteit op het gebied van routes bouwen. De oprichter van Tracks & Trails legde tientallen mountainbikeroutes door het land aan. Mede op zijn initiatief kwam het kleurcodesysteem voor MTB-routes er. Die bordjes met de moeilijkheidsgraad van routes zijn een belangrijke stap. Mountainbikers weten wat ze te wachten staat én ook wanneer ze, via een parallelroute, voor meer uitdaging kunnen kiezen.

Patrick: “Dankzij de komst van de singletracks is de stuurtechniek van de gemiddelde mountainbiker verbeterd, absoluut. Ik wist dus ook dat er een moment zou komen waarop we serieus aan de slag moesten met de groep die om meer uitdaging vraagt. De rode en zwarte parallelroutes zijn daar dé uitkomst voor. Maar er zijn veel meer fietsers die liever minder technische routes willen. Voor hen is blauw en groen al voldoende. Als je dan een hele route rood maakt, kunnen of willen ze die hele route dus niet meer rijden. Dus is zo’n aanpassing vaak ‘asociaal’. Maak je echter rode en zwarte parallelle paden, en duidelijke bewegwijzering, dan kan ieder zijn eigen niveau kiezen.

"Maak je rode en zwarte parallelle paden, en duidelijke bewegwijzering, dan kan ieder zijn eigen niveau kiezen"

Als ik als routebouwer dit systeem uitleg aan bijvoorbeeld terreineigenaren en gemeenten, oogst ik vaak begrip. Terreinbeheerders zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer maar ook privé-eigenaren, zijn vaak bang voor ongelukken en claims en kunnen zich goed vinden in het kleurcodesysteem. Daarbij is er voor hen wel één toverwoord: professionaliteit. Ze willen niet dat mensen maar zelf wat in elkaar flansen en aanpassen. De veranderingen, inclusief de heldere bebording, moet professioneel opgepakt worden. Je moet het duidelijk communiceren, inspecties houden en geregeld goed onderhoud plegen.

Met name dat laatste is – ik ben er op ingesprongen door een speciaal bedrijfje ervoor op te richten - ook belangrijk. Het valt en staat namelijk allemaal wel met goed onderhoud. Want een rode route die uitslijt moet je goed aanpakken, anders gebeuren er ongelukken. Als je kunt garanderen dat je alles dus goed regelt, zijn terreineigenaren wel bereid om mee te denken met de mountainbikers die meer uitdaging zoeken.”

Troy Corsen
Belangenbehartiger MTB en Gravelbike bij de NTFU

Troy: “Bij de NTFU zijn we voortdurend bezig met de toekomst van het mountainbiken: zorgen dat we nu én later kunnen fietsen. Uit de Wielersportmonitor weten we dat er een groep mountainbikers is die meer technisch uitgedaagd wil worden. Dat hoeven niet per se meteen moeilijke jumps of lastige drops te zijn, maar meer uitdaging op een aantal routes is wel gewenst. En daar ligt direct de uitdaging voor parcoursbouwers. Want je kunt het als bouwer zo moeilijk maken als je maar wil, maar het moet wel verantwoord blijven. En je wilt ook dat mountainbikers vooral niks onverwachts op de route tegenkomen. Dus moet op voorhand alles duidelijk zijn.

"Je wilt dat mountainbikers vooral niks onverwachts op de route tegenkomen"

Het kleurcodesysteem draagt daar aan bij. De kleuren vertellen je wat je als mountainbiker mag verwachten op een route. Dat is belangrijk, ook voor wat betreft de aansprakelijkheid. We zien dat het aantal claims toeneemt, maar er zijn weinig of geen zaken voor een rechter geweest. Meestal regelt de verzekeraar het. Als je als terreinbeheerder het onderhoud goed voor elkaar hebt, en de kans op onverwachte situaties wegneemt met kleurcodes en bebording, is een claim zelden terecht. Dan komt het er eigenlijk op neer dat de fietser zelf zijn keuzes beter had moeten maken.

Als belangenbehartiger MTB bij de NTFU heb ik veel contact met de trailcrews. Wij ondersteunen die onderhoudsgroepen als wielersportbond met tal van diensten en producten. We organiseren workshops en trainingen over bijvoorbeeld de bouw van technische features en delen kennis over juridische zaken en het onderhoud van de trails. Bovendien zorgen we dat trailcrews goed verzekerd zijn en geven daar ook informatie over.
Daarnaast is het belangrijk dat trailcrews goed contact houden met de eigenaren van de grond.

Namens de NTFU praat ik ook vaak met onder meer Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en privé-eigenaren van stukken land. Sommigen zijn terughoudend, bang voor de risico’s. Dankzij de maatregelen die we nemen en het overleg dat we regelmatig hebben, krijgen we wel steeds meer voet aan de grond.”
 

Mathijs Honig
Veiligheidscoördinator MTB Noordwest

Mathijs: “Als veiligheidscoördinator houd ik de vijf routes die wij als MTB Noordwest beheren, nauwlettend in de gaten. Het zijn vijf heel verschillende routes qua moeilijkheidsgraad, lengte en ondergrond bijvoorbeeld. Bij Schoorl heb je mul zand, waar de route bij Geestmerambacht over kleigrond gaat. Toch is er een gemeenschappelijke deler, want er is natuurlijk veel belang bij dat veiligheid en risico’s goed geregeld zijn. Voor de gebruikers, voor de eigenaar van de grond, maar ook voor ons als club.

Als veiligheidscoördinator heb ik de verschillende trailcrews een presentatie over veiligheid en risico’s gegeven. Daarbij heb ik vooral benadrukt dat je objectieve veiligheid en subjectieve veiligheid hebt. Wat gaat er om in hoofden van mountainbikers, wat zien ze en wat ervaren ze? Wat de één eng noemt, hoeft dat voor de ander niet te zijn. Als een terreineigenaar zegt dat hij een aangekondigde aanpassing er ‘eng’ uit vindt zien, moet je met argumenten komen waardoor een meer objectief beeld ontstaat.

Heel soms krijgen we een mailtje van iemand die een sectie ‘belachelijk moeilijk’ vindt. Maar als we dan informeren naar zijn vaardigheid en over welk stuk hij het heeft, dan komt naar voren dat hij een parallelle strook heeft genomen die helemaal niet geschikt is voor een relatief onervaren rijder. Op klagers op sociale media reageren we in de regel sowieso niet. Er wordt te vaak ongefundeerd maar wat geroepen. Daar moet je niet in mee gaan als routebeheerder.

"Op klagers op sociale media reageren we in de regel sowieso niet"

Als er wensen bestaan om een route aan te passen, maak ik als veiligheidscoördinator de inschatting of het voorstel veilig genoeg is. Veranderingen van de basisroute doen we eigenlijk nooit, als er gekozen wordt voor een nieuw uitdagend stukje gaat het altijd om een parallelle route. De kleurcode en bebording is daarbij heel belangrijk. Bovendien moet goed onderhoud én het bijhouden daarvan in een logboek gegarandeerd zijn. Daarmee proberen we ook te ondervangen dat de vergunningen met de bos- en landeigenaren goed afgekaart zijn.

Ook hebben we voldoende juridische kennis in huis. Het is echter ieders vrije keuze om te gaan fietsen, dus is – juist omdat we de zaken zo goed op een rijtje hebben – de kans heel klein dat we aansprakelijk gesteld worden. Overigens ben ik ook wel van mening dat je als bouwer niet alle risico’s maar uit de weg moet gaan. Juist dat is voor veel mountainbikers de reden dat ze het doen, je zoekt toch ook de uitdaging. Op een gegeven moment moet je natuurlijk ook accepteren dat het wel mountainbiken is.”

Leonard Quivooy
Vrijwilliger bij Natuurmonumenten | routecoördinator MTB-route Veluwezoom | mountainbiker

Leonard: “Als routecoördinator en mountainbiker met een behoorlijk filosofische inslag word je vaak geconfronteerd met alle voor- en nadelen van ‘meer uitdaging’. Ik zie als rode lijn bij alle opmerkingen dat veel mensen verslaafd zijn aan hun eigen gelijk. Dus bestaat er, bijvoorbeeld over de aanleg én het onderhoud van rode segmenten, veel discussie. De één wil ze graag – en smeekt om meer en nog hogere drops en grotere sprongen – de ander vindt het onnodig. Voor beide partijen is het lastig daar consensus over te bereiken. Plus, wat moet een natuurbeheerder daar van denken?

Kennis overbrengen en borgen, zodat uitdagingen en features een breder fundament hebben – zoals de NTFU doet met het kleurcodesysteem – is echt een uitkomst. En dus zijn wij blij dat er bij ons voor parallelle oplossingen en lusjes is gekozen. Ondanks dat is de aanleg en het onderhoud een leerproces dat we samen met Natuurmonumenten meemaken. Er gebeuren toch ongelukken. Het is moeilijk te bepalen wanneer je wel of niet ingrijpt en aanpassingen aanbrengt zónder het karakter te veel te wijzigen. Gelukkig hebben wij een goede dialoog met Natuurmonumenten en helpt een professional ons daarbij. Dat hopen we ook uit te breiden in de toekomst.

"Wel ben ik meer en meer van de lijn dat we als mountainbikers blij mogen zijn met deze ontwikkelingen en moeten accepteren dat er ook grenzen en regels zijn"

Wel ben ik meer en meer van de lijn dat we als mountainbikers blij mogen zijn met deze ontwikkelingen en moeten accepteren dat er ook grenzen en regels zijn, dat je altijd te gast bent en paden met andere gebruikers deelt. Daarvoor hebben we met z’n allen de Buitencode. We moeten ons goed beseffen dat ons gedrag invloed heeft op de opinie en tolerantie van het publiek en dus ook van de beleidsmakers en landeigenaren. 
 
Meer over de kleurcodes lees je hier.

Het is belangrijk dat je je bewust bent dat wat wij hebben het resultaat is van veel werk van vrijwilligers én boswachters. Het is niet het vertrekpunt om nu nog veel te meer willen. Ga niet als mountainbiker of club eindeloos iets nastreven, terwijl de terreinbeheerder allang heeft aangegeven dat het er niet past. Ik voel soms dat de kloof tussen de mountainbiker en, bijvoorbeeld Natuurmonumenten, groeit. Dat vind ik jammer. Zelf kan ik wel objectief beredeneren dat Natuurmonumenten op de Veluwezoom heel graag meedenkt met alle natuursporters, maar natuurlijk primair terrein beheert, natuur beschermt en ook ruimte voor de natuur probeert te creëren.”

Tekst: Edward Swiers
Beeld: Okke Kamps, Ard Krikke, Bram de Vrind





 
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant