Over een klinkerstrook stuiteren we Eext binnen. We fietsen langs Saksische boerderijen rondom een brink met bomen en een grote zwerfkei. Een groen bord geeft aan: hunebedden, rechtsaf. Welkom in Drenthe.
Drenthe profileert zich al jaren als fietsprovincie. Terecht: de dunst bevolkte provincie van Nederland heeft volop rust, ruimte en oernatuur voor de fietser te bieden. Drenthe heeft samen met de NTFU in 2018 het routenetwerk Randje Drenthe gelanceerd. Het netwerk bestaat uit tien rondjes van zo’n 60 km langs de randen van de provincie. Ze zijn gemaakt door NTFU-verenigingen die Drenthe als hun broekzak kennen.
Voor de fanatiekelingen zijn er gecombineerde routes, met als grootste uitdaging het oorspronkelijke Randje Drenthe dat 255 km lang de provinciegrenzen volgt. “Een afstand die 25 km langer is dan de Elfstedentocht”, benadrukte het Dagblad van het Noorden.
Nieuwe wielerattractie
Roelof de Jonge, regio-afgevaardigde van de NTFU, is initiatiefnemer van het concept. “We hebben als uitgangspunt goede wegen gekozen en zoveel mogelijk gescheiden fietspaden, waarop je lekker kunt doorfietsen. Ook is gedacht aan voldoende parkeergelegenheid en horeca voor een koffiestop in één van de dorpen.”
De Jonge werkt overigens aan een upgrade van de routes, want de provincie heeft de afgelopen jaren letterlijk gebouwd aan nieuwe wielerattracties. Na de aanleg van het wervelende klimparcours over de VAM-Berg bij Wijster, volgt dit jaar de opening van De Muur, een fietspad met maximaal stijgingspercentage van 16 procent op de Schansbelt bij Emmen.
Wij kiezen vandaag voor de 135 km route, die vanuit Assen voert langs de ‘binnenring’ van het Randje Drenthe. Het is een frisse ochtend, de sluierbewolking lost op en een behaaglijk zonnetje komt tevoorschijn. We fietsen het Nationaal Landschap Drentsche Aa in, een oeroud cultuurlandschap waar mens en natuur al duizenden jaren hand in hand gaan. We doorkruisen typische esdorpen met boerderijen rond een brink met bomen, terwijl zwerfkeien en groene bordjes erop hinten dat hunebedden in de buurt zijn.
Tussen Anderen en Eext dokkeren we kilometerslang over één van de klinkerwegen die typerend zijn voor de provincie. Zoals Roelof de Jonge treffend opmerkte: “In Drenthe is het asfalt niet uitgevonden.”
Tegenhangers van kasseien
Het landschap begint lichtjes te golven bij de Hondsrug. Deze zandrug is gevormd door rivierstromen onder de reusachtige gletsjers die Drenthe in de voorlaatste ijstijd bedekten. Het landijs bracht vanuit Scandinavië zwerfkeien mee, die het trechterbekervolk duizenden jaren geleden gebruikte voor de bouw van de beroemde hunebedden. Veruit de meeste van de 52 overgebleven exemplaren liggen in het Geopark De Hondsrug dat is bestempeld als UNESCO Werelderfgoed. Dichterbij de oertijd kun je in Nederland niet komen.
De kilometers tikken in rap tempo weg. Met rugwind snellen we parallel aan de doorgaande weg N34, die is omgedoopt tot de ‘Hunebed Highway’. Bij Ees duiken we het bos in. Daar maken we kennis met de flinten, de Drentse tegenhangers van kasseien. De keien vormen de scherprechters van wielerkoersen zoals de Ronde van Drenthe. Het peloton krijgt in die wedstrijd tien stroken met een afstand van dik 25 km voor de wielen.
Wij beperken ons tot de 500 meter keien van het Bodenpad. De strook die in een kaarsrechte lijn door het bos loopt, vertoont trekjes van het Bos van Wallers. We maken tempo en vliegen met de handjes bovenop het stuur de flinten op. De keien liggen nog schever dan de gemiddelde kasseienstrook, maar vanwege hun kleine formaat dokker je er wel soepeler overheen. Ik stuur naar de rug van de strook, die bedekt is met mos. Listig bij vochtig weer! Als je de keien maar niets vindt, kun je overigens ook het naastgelegen fietspad kiezen.
Rustgevende stilte
Eenmaal uitgedokkerd knijpen we in de remmen bij Hunebed D30, gelegen in een open plek in het bos. De zon breekt door en we horen het tikken van een specht. We genieten van de rust, zittend op de stenen die al vijfduizend jaar op deze plek liggen.
Wie döt mij wat, wie döt mij wat
Wie döt mij wat vandage
'k Heb de banden vol met wind
Nee ik heb ja niks te klagen
Skik zingt in het nummer ‘Op Fietse’ over een mooie fietsdag waarop het vanzelf lijkt te gaan. Precies dat gevoel bekruipt ons als we fietsen door de streek van de band uit Erica bij Emmen. Fietsend over brede paden van glad asfalt, trekt het landschap van Zuidoost-Drenthe aan ons voorbij. We zien koeienkuddes die wit-zwarte stippen vormen in het weiland, auto’s schuiven door het licht golvende landschap en weides naadloos overlopen in woeste gronden. Fietsmaatje Marco doet kilometerslang kopwerk. De wind blaast schuin in de rug en de zon staat hoog aan de hemel. De stilte is rustgevend.
Over de hei en het circuit
Bij Hoogeveen wijken we iets af van de route voor een passage over het Dwingelderveld. Het Nationaal Park is het grootste aaneengesloten natte heidegebied van West-Europa. Op het kaarsrechte fietspad met verschillende bruggetjes nemen de vergezichten een on-Nederlandse weidsheid aan. Het heideveld strekt zich uit tot aan de horizon.
In de finale draaien we nog één keer de gashendel open tijdens een passage langs het TT-circuit van Assen. Het circuit is natuurlijk bekend van de jaarlijkse TT-motorrace, maar er werd in 2009 ook gekoerst tijdens de proloog van de Vuelta. Winnaar Fabian Cancellara had toen slechts 5 minuten en 20 seconden nodig voor een rondje over 4,8 km lange circuit. Dan rollen we Assen weer binnen. Met een lekkere fietsdag in de benen, waarin het allemaal vanzelf leek te gaan.
Wil je vooral de natuurgebieden van Drenthe zien of nader kennismaken met de keienstroken? Dan is dit Randje Drenthe minder geschikt. Maar als je een dag wilt doorfietsen over goede wegen, zit je met deze ronde zeker goed.
Download deze route