Je eerste triathlon

Een weddenschap die uit de hand is gelopen. Zo zou je de opkomst van de triathlon best kunnen beschrijven, zo zegt Martijn Keijsers van de Triathlonbond. “In 1977 sloten enkele legerofficieren op Hawaii een weddenschap af over wie de fitste van hen was. Er waren op dat moment drie verschillende sportevenementen op de eilandengroep: een zwemwedstrijd, een marathon en een fietswedstrijd. Ze spraken af om die allemaal achter elkaar te doen en de winnaar zou de fitste zijn, de Iron Man. Er kwamen zo’n vijftien man opdagen, waarvan sommigen met een tent en kampeerspullen, omdat ze dachten dat ze meerdere dagen hadden om de taak te volbrengen. Ook over eetmomenten hadden de eerste deelnemers nog niet goed nagedacht. Na het zwemmen werd er rustig ingeslagen bij de bakkerij en er werd geluncht bij McDonald’s.” In 1981 waaide de sport over naar Nederland en was er hier de eerste triathlon. In 1987 werd de Triathlonbond opgericht en sinds 2000 is de sport zelfs Olympisch.   

Populair

Een hele triathlon bestaat uit 3,8 kilometer zwemmen, 180 kilometer fietsen en tot slot een marathon lopen. Dat is niet voor iedereen weggelegd, zo zegt Keijsers. “Er zijn verschillende varianten denkbaar zoals een halve, een kwart of een achtste triathlon.” Wat mensen erin aantrekt is vooral het buiten zijn, in de natuur sporten en grenzen verleggen. “Zeggen dat je de marathon van New York hebt gelopen of zes keer de Alpe D’Huez bent op gefietst is niet meer cool”, grapt Keijsers. “Mensen zoeken nieuwe uitdagingen. Ook surfen wij mee op de hardloop- en fietsgolf die Nederland overspoelt. Als meer mensen gaan hardlopen of fietsen, ontdekken meer mensen ook onze sport. Omgekeerd is het ook zo dat meer triatleten de fiets ontdekken. Maar dat bijt elkaar over het algemeen niet.” Die groeiende populariteit is te zien in het ledenaantal van de NTB dat bestaat uit zo’n 9.000 vaste leden en zo’n 25.000 mensen die via een daglicentie wel eens meedoen met een evenement. “En dat aantal groeit, zowel onder volwassenen als jongeren.”

"Zeggen dat je zes keer de Alpe D’Huez bent op gefietst is niet meer cool”

Voorbereiding

Om nu te beginnen met een hele triathlon is voor de meesten niet weggelegd. Vaak beginnen mensen met een kortere versie. Maar ook daar moet je je goed op voorbereiden. “Voor veel deelnemers geldt dat ze een beperkte zwemachtergrond hebben. Ook het zwemmen in open water is anders. Je hebt te maken met wind, stroming, andere mensen dicht om je heen en het zwemmen met de borstcrawl. Dat kan eng zijn en daar moet je je tegen wapenen. Ook moeten deelnemers voor zichzelf uitzoeken in welke sport ze de meeste oefening nodig hebben. Is dat fietsen, omdat ze er conditie mee opbouwen of juist zwemmen, omdat dat technisch lastig kan zijn? Een ander aandachtspunt is de wissel tussen de sporten. Hoe zorg je dat je soepel van het ene naar het andere onderdeel gaat? Dat soort zaken kan men oefenen, bijvoorbeeld met één van onze cursussen.”

Experimenteren

Ook wat voeding betreft is goede voorbereiding een must. “En achtste triathlon kun je in 1,5 uur volbrengen. Een goed ontbijt en wat eten of drinken tussendoor is dan vaak wel voldoende. Maar neem je een zwaardere variant dan zul je echt beter op je voeding moeten letten. De gouden regel is: oefen je eetmomenten tijdens je training. Dan kom je erachter wat voor jou wel en niet werkt. Welke momenten kies je? Wat voor producten kies je? Neem je bijvoorbeeld een banaan of een gel mee? Dat soort experimenten doe je tijdens de training, zodat je tijdens het uiteindelijke evenement goed voor de dag komt.”

Huurfiets of racemonster

En dan het materiaal. “Iedere Nederlander kan in principe met de spullen die hij thuis heeft liggen meedoen. Een werkende fiets, zwembroek en een paar hardloopschoenen zijn voldoende om aan een triathlon mee te doen”, zegt Keijsers. “Ik heb deelnemers met fietsen met boodschappenmand gezien of met een NS-huurfiets. Maar je kunt het natuurlijk zo professioneel maken als je zelf wilt. Een mountainbike, racefiets of een tijdritfiets zijn dan opties. Of in plaats van een zwembroek een wetsuit, omdat dat beter drijft. Maar dat moet iedereen voor zichzelf beslissen. Doe waar je je goed bij voelt.”

_{Tekst: Johan van Leipsig}