• Overig
  • Gewijzigd op 27 februari 2025

Column: Hoe de weg je terugroept

De Vlaamse voorjaarsklassiekers staan voor de deur. Voor veel wielrenners het teken om hun racekarretje onder een dikke laag winterstof vandaan te halen. Jos Mans schreef een fraaie column over ontwakende wielrenners.
Column: Hoe de weg je terugroept
Column: Hoe de weg je terugroept

De winter is een tactvolle vijand. Hij kruipt in je vingertoppen, in je adem die als een wolkje voor je uit danst. Dan verdwijnt hij in je benen en legt zich als een loom laagje stof over je spieren. In oktober ben je nog een wielrenner. In februari iemand die zich afvraagt of hij dat ooit is geweest.

Maar dan komt maart.

Maart is de Omloop. De eerste échte koers, de eerste valpartij nog tijdens de neutralisatie. De eerste renners die hun bidon naar de ploegleider gooien en zeggen dat ze nog een maand nodig hebben. De eerste kasseien. Stenen die niet meebewegen, niet vergeven. Een camera zoomt in op een achterwiel dat stuitert over een Vlaamse rug, en jij - jij schuifelt de schuur in.

"De stoflaag op de bovenbuis verraadt hoe lang je je fiets niet hebt aangeraakt"

Daar hangt hij. Je fiets. Een stille getuige van je afwezigheid, gevangen in een web van tijd. De stoflaag op de bovenbuis verraadt hoe lang je hem niet hebt aangeraakt. Je kunt er met je vinger de datum van je laatste rit in schrijven. De ketting is droog, de banden zacht. De geur van oud rubber hangt in de lucht. Je tilt hem van de beugel, de beweging onwennig, als een vergeten gewoonte.

Een paar pompbewegingen, een druppel olie, een tik tegen het achterwiel - niet om iets te repareren, maar om te voelen of het nog klopt.

Dan het lycra. De eerste confrontatie met je Ullrich-winter. De koersbroek sluit zich strakker om je benen dan je je herinnert, het elastiek snijdt net iets dieper, je schoenen protesteren tegen je voeten. Buiten de wind, ongeduldig, alsof hij heeft gewacht op je eerste meters.

Klik. Klik.

"De eerste trappen voelen niet als fietsen. Meer als een slecht gecaste figurant in een oude Goudkust-aflevering"

De eerste trappen voelen niet als fietsen. Meer als een slecht gecaste figurant in een oude Goudkust-aflevering: de bewegingen kloppen niet, de tekst hapert en iedereen ziet dat je hier niet hoort. De benen draaien, de ademhaling volgt, maar vooralsnog voelt het als vals spelen. De wind grijpt je vast, duwt je helm een paar millimeter scheef, alsof hij wil zeggen: weet je het zeker? De weg is een decor dat je wel kent, maar dat weigert zich naar je te vormen. Elke bocht is een vraag die je opnieuw moet beantwoorden.

Nog voor je eraan toe bent, liggen ze er.

Niet de Haaghoek of de Molenberg. Dit is Nederland. Drenthe, Noord-Brabant, Zeeuws-Vlaanderen. Geen iconische hellingen, geen rijen supporters met vlaggen. Alleen jij en de kasseien. Niet neergelegd voor wielrenners, maar omdat de weg hier altijd zo was, lang voordat iemand bedacht dat je er met dunne banden overheen kon rijden.

"Je stuurt erop af zoals je vroeger in het diepe sprong"

Je stuurt erop af zoals je vroeger in het diepe sprong: met een mengeling van angst en verlangen. De eerste klap in je polsen, de tweede in je rug, de derde in je kiezen. De fiets rammelt als een oude herinnering, de wielen zoeken naar een lijn die er niet is. De wind helpt niet, de stenen kennen geen medelijden. Je gewicht verschuift naar achteren, je armen worden zachter, zoekend naar dat perfecte punt tussen controle en overgave.

En dan gebeurt het.

Het lichaam herinnert zich wat het hoofd was vergeten. De grip op het stuur verandert. De kasseien bonken tegen je aan, maar je bonkt terug. De wind sleurt, maar je hangt erin. Je rijdt zoals je altijd al reed. Omdat het lichaam niet vergeet wat de winter probeert uit te wissen. Omdat koers geen seizoen is, maar een conditie.

De kasseien blijven liggen. De wind blijft waaien.

En jij bent weer renner.

tekst: Jos Mans
beeld: Jonah van de Burgt


 
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant