• Routes + Reizen
  • Gewijzigd op 7 februari 2024

Machtig mooie beklimmingen afvinken in de Franse Alpen

In de Franse Alpen kun je geweldig fietsen. Maar waarom gestrest in de auto naar de bergen afzakken als je ook gewoon in de trein kunt stappen? Terwijl het landschap voorbij zoeft strek jij de beentjes en denk je aan alle cols die je gaat beklimmen.
Machtig mooie beklimmingen afvinken in de Franse Alpen
Machtig mooie beklimmingen afvinken in de Franse Alpen
Ben je al vakantieplannen aan het smeden voor deze zomer? Op zoek naar een zonovergoten paradijs waar je de ene na de andere bucketlist-berg van je lijstje kunt afstrepen? Dan ben je in de Hautes Alpes en Vallée des Belleville aan het goede adres. Mooie beklimmingen, lekker eten, fraaie bergdorpen en prachtige natuurschatten buitelen in dit deel van Frankrijk over elkaar heen. Ik nam alvast een kijkje.

Met de trein naar de bergen

Vanaf Amsterdam Centraal station stappen we ’s ochtends vroeg in de Eurostar (voorheen bekend als de Thalys) richting Parijs. Ja, de trein. Misschien wel het meest gebruikte transportmiddel in het openbaar vervoer, maar heb je er ooit al eens aan gedacht om met de trein naar jouw vakantiebestemming te gaan? Je gooit je koffer in het bagagerek, of zoals ik, neem je je fiets mee in een speciale fietskoffer en gaat lekker in je luie stoel zitten. 

Het fijne van de Eurostar is dat je geen speciale reservering hoeft te maken wanneer je je fiets meeneemt, maar hij moet wel in een koffer zitten. We gaan lekker zitten en hoeven ons verder geen zorgen te maken over files, plaspauzes, absurd hoge benzineprijzen of de nodige ‘snack’ stops. In de trein heb je alles wat je nodig hebt, zonder dat je hiervoor hoeft te stoppen en inlevert op je reistijd. 
 

“We gaan lekker zitten en hoeven ons verder geen zorgen te maken over files, plaspauzes, absurd hoge benzineprijzen of de nodige ‘snack’ stops”


Na zo’n 3,5 uur arriveren we in het mooie Parijs. Na een korte overstaptijd pakken we de trein naar Grenoble waar we 3 uur later aankomen. Onze taxi staat ons al op te wachten om ons naar het eerste hotel van de trip te brengen. Hotel Lacour ligt in Eygliers, in de regio Guillestre en het departement Hautes Alpes.

In de winter dit dit een heus skioord, en in de zomer dé uitvalsbasis voor de échte wielerliefhebber. Je vindt hier bekende Tour de France beklimmingen zoals Col d’Izoard, Col du Lautaret, Col du Galibier én Col du Granon. Hierover vertel ik je later meer.  


Naast dat deze regio bekend staat om zijn prachtige omgeving, blijft de Franse cuisine niet achter. We dineren ’s avonds in een karakteristiek restaurant, wat bijna op een omgebouwde stal lijkt. We hebben geluk dat het mooi weer is, want wanneer het regent zit je praktisch buiten. Dat is wat restaurant Dedans Dehors – naast het heerlijke eten – zo uniek maakt. 

Onbezorgd bergen bedwingen

Het profiel van onze eerste fietsdag ziet er een beetje uit als een piramide. Vandaag staat de Col d’Izoard op de planning. We starten vanaf het hotel en gaan via Guillestre richting Arvieux. Hoewel het vanaf de start al lichtjes bergop loopt, begint de Col d’Izoard officieel pas hier. Er liggen 14 mooie klimkilometers in het verschiet, met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1% met een max van 12,3%. We overbruggen ongeveer 1000 hoogtemeters. 

Vandaag is een extra mooie dag, want de gehele Col d’Izoard is vandaag tussen 9 uur en 12 uur afgesloten voor auto’s. Elk jaar organiseren de 5 omliggende regio’s ‘La Tournée des Grand Cols’. Een week (de 1e week van juli) waarin een geselecteerd aantal Cols gesloten is voor auto’s, en fietsers de kans krijgen om onbezorgd deze bergen te bedwingen. 


Net iets na de top lunchen we bij Refuge Napoléon. Een toevluchtsoord gebouwd in 1858, onder het bewind van Napoleon III. Een historische plek waar je niet onopgemerkt aan voorbij kunt gaan. Onze buikjes volgegeten dalen we in volle vaart af richting Briancon, zo de Serre Chevalier Vallée in naar Le Grand Hôtel in Chantemerle waar we onze tweede nacht door zullen brengen. 

Gelegen op bijna 1.400 meter hoogte staat deze plaats weer goed bekend onder de wintersporters. Het hotel heeft dan ook pas in juni weer haar deuren geopend voor de zomersporters. Voor ons dé perfecte plek om morgen de koninginnetetappe te beginnen.

35 kilometer lang klimmen

Vandaag staat de wekker wat vroeger dan gisteren, want het is de dag van de Col du Galibier. Geen tijd om even rustig de spieren op te warmen, aangezien de klim naar de Col du Lautaret al begint wanneer we de drempel van het hotel over stappen. Een medium zware klim van iets meer dan 26 km en een gemiddeld stijgingspercentage van 3%. Easy, zou je zeggen. Dit is eigenlijk een soort opwarmertje voor wanneer het échte werk begint. 

Na deze 26,4 km om exact te zijn, gaat de Col du Lautaret na 800 meter klimmen over in de Col du Galibier en krijg je nog een extra 8,6 km om af te werken. Tel maar even bij elkaar op, en je krijgt een totale lengte van zo’n 35 km in totaal welke je aan één stuk door klimt. Dit maakt deze beklimming tot één van de langste van Frankrijk.


“Met een lengte van 35 km is deze beklimming één van de langste van Frankrijk”


Wij beklimmen de Col du Galibier van de ‘makkelijke’ kant. Alleen de laatste 8,6 km zijn even doorbijten, met een maximaal stijgingspercentage van 13,4% en een gemiddelde van 6,8%. Ik ben dan ook blij wanneer we eindelijk boven zijn, en we hem vandaag niet vanaf de andere kant vanuit Saint-Michel-de-Maurienne hebben gereden. 


Deze kant is niet persé langer, maar vooral een stuk steiler. Je begint de eerste kilometers met een nette 8,6% gemiddeld, daalt dan een klein stukje af naar Valloire om de benen even te laten rusten voordat het slot van de klim begint. Vanaf kilometer 26 komt het stijgingspercentage niet meer onder de 8%. Maar goed, dit zullen wij vandaag niet hoeven doen. En dalen weer af via dezelfde kant als we ook geklommen zijn terug richting Chantemerle waar ons een tweede – zware – beklimming te wachten staat: de Col du Granon. 

Genadeloos zwaar

Deze col doet misschien geen belletje rinkelen. Het is dan ook een tamelijk onbekende klim die slechts twee keer is bedwongen in de Tour de France. In 1986 won de Spanjaard Eduardo Chozas de etappe met finish bovenop de Col du Granon.

Misschien iets verser in het geheugen ligt etappe 11 van de Tour de France van 2022. De etappe waar Tadej Pogacar in het geel startte, maar figuurlijk in het rood eindigde. Op 4 km van de top demarreerde rivaal Jonas Vingegaard en zorgde ervoor dat hij met 2 minuten en 51 seconden voorsprong als eerste op de top van de Col du Granon arriveerde. 

Dit laat zien dat dit een genadeloze beklimming is. Maar dat kan ook niet anders met een gemiddeld stijgingspercentage van maar liefst 9,3% en een maximum van 15,9% voor een lengte van ‘slechts’ 11,4 km. De profs doen hier een schamele 36 minuten over, ik maak daar voor vandaag voor het gemak even bijna het driedubbele van.


Inmiddels is het ook wat meer gaan waaien en is de temperatuur hier op 2.400 meter hoogte toch wel wat aan de lage kant. Na een oppeppende cola draaien we om en dalen we af terug naar het hotel. Veel tijd om te rusten hebben we niet, want we rijden gelijk door met de bus naar onze volgende bestemming, Saint-Martin-de-Belleville in de regio Vallée des Belleville.

Slapen tussen de sterren

Na zo’n 195 km en 3 uur rijden komen we aan bij Lodji, in Vallée des Belleville in het departement Savoie. Hemelsbreed is het nog geen 90 kilometer verderop, maar aangezien we in een bergdorp overnachten moeten we een aantal bergen over.

Misschien is dit wel de mooiste plek waar ik ooit geslapen heb. Lodji is een 4-sterren hotel-restaurant gelegen in de vallei, te midden van de bergtoppen van onder andere het skioord Val Thorens wat in de zomer dé uitgelezen plek is voor enduro en downhill mountainbiken. Laat dat nou net zijn wat wij morgen gaan doen. 

Maar eerst schuiven we aan in het restaurant Au Torè welke zich in het hotel bevindt. Hier worden wat pareltjes van gerechten én wijnen geserveerd. Dit allemaal op ruim 1.400 meter hoogte met een prachtig uitzicht op de vallei waar de zon langzaam onder gaat. Klaar voor de nacht en op naar een uitdagende dag morgen!

 

Op pad met e-Bikes

Vandaag huren we een aantal elektrische mountainbikes bij de Intersport naast het hotel. Ideaal dus wanneer je hier overnacht en een fiets nodig hebt. Hoef je niet uren te zoeken naar een verhuurbedrijf.

Na een korte uitleg ontmoeten we onze berggidsen voor vandaag; Rémi en Didier. Twee lokale mountainbikers en gidsen welke alle mooie plekjes weten te vinden. Absoluut geen overbodige luxe, aangezien je gemakkelijk kan verdwalen langs de tientallen, misschien wel honderden paadjes in de vallei en in de bergen. 

Voor vandaag houden we het relatief ‘simpel’, aangezien het voor de meesten de eerste keer is op een elektrische mountainbike in dit terrein. Al zullen we vandaag in slechts 55 km een kleine 1900 meter klimmen. Dus laten we zeggen dat dat motortje geen overbodige luxe is. 


We beginnen rustig en rijden via een nieuw aangelegd fietspad. Of laat ik dat ‘rustig’ misschien even terugnemen, want dit is het steilste fietspad wat je ooit gaat tegenkomen. Hier wil je niet op je normale – niet gemotoriseerde – fiets omhoog rijden. Vanuit Les Menuires fiets je richting de top van de Tougnète op 2.434m hoogte met een gemiddeld stijgingspercentage van 9,4% en een maximum van 22,9%. 
 

“Omringd door marmotten en vlinders rijden we omhoog. Hoe hoger we komen, hoe adembenemender het uitzicht wordt”


Omringd door marmotten en vlinders rijden we omhoog. Hoe hoger we komen, hoe adembenemender het uitzicht wordt. Na zo’n 40 minuten en 7 km bereiken we de top, van waaruit er verschillende trails weer naar beneden leiden. Downhill of enduro routes in verschilde moeilijkheidsniveaus.

Wij nemen de blauwe enduro lijn. Zo langzaam het omhoog ging, zo snel gaat het naar beneden langs slingerende singletracks door de bergweiden. Natuurlijk moet er altijd iemand een verkeerde afslag nemen, en uiteraard ben ik dat. Op de mooie trails droom je maar al te snel weg en mis je een bordje. Al is dat geen straf hier. 

Heerlijke en eerlijke lunch

Eenmaal weer op de route rijden we richting het hoogstgelegen resort van Europa: Val Thorens. Op 1.900 meter hoogte vinden we een heel bijzonder restaurant. Het lijkt wel alsof we een klein dorpje binnenrijden met kleine stenen huisjes, tuinen en zelfs een forellenvijver. Het is Chez Pépé Nicholas. Een compleet zelfvoorzienend restaurant in de bergen. 


Ze werken hier volgens een zogeheten ‘permacultuur’, een duurzame en ecologische manier van het verbouwen van producten. Er staan tal van verschillende groentes, kruiden, bloemen en vruchten en dus die forellen die ze hier vers vangen en een eigen kippenschuur. De volledige watervoorziening wordt verzorgd door een eigen bron en een mooie ouderwetse pomp in de moestuin. Hier kun je dus écht spreken van dagverse gerechten op je bord. Dit is dan ook te proeven tijdens onze idyllische lunch. 

Downhill for dummies

We klimmen nog door tot 2.300 meter hoogte voordat we de afdaling induiken. Vanaf de top kijken we uit over de vallei en de bergmeren. Iets wat je in deze regio ook veel ziet en waar hij ook om bekend staat. Naast de fietssport is de vissport hier dan ook razend populair. 

Zoals ik eerder aangaf kun je hier op verschillende manieren afdalen. En in plaats van het verharde fietspad kiezen we onder het mom van ’nu we er toch zijn’ voor een enduro/downhill lijn. We pakken de afdaling van Bruyère, een trail van iets meer dan 2 km en een afdalingspercentage van zo’n 15%. Berggids Didier gaat ons voor en geeft ons de nodige tips bij de steilere stukken. 
 

“Dat is het fijne van de verschillende niveaus van de afdalingen. Iedereen kan hier uit de voeten”


Bij dit soort afdalingen is er één ding het belangrijkste, en dat is: snelheid. Zodra je je snelheid verliest, merk je dat het een stuk lastiger is om je balans te houden en de stenen en gaten een stuk lastiger zijn om te passeren. Wanneer je dit voor de eerste keer doet klinkt dat misschien een beetje eng, maar dat is het fijne van de verschillende niveaus van de afdalingen. Iedereen kan hier uit de voeten.

Laatste afdaling

Dit was alweer de laatste afdaling van de trip. Via een mooi rollend gravel pad rijden we weer richting Saint-Martin-de-Belleville, maar niet voordat we deze dag op een traditionele manier hebben afgesloten. Alle stroompjes en rivieren hier komen voort van het smeltwater uit de bergen. Zoals je je wel kunt voorstellen, zijn deze dan ook ijskoud, en ideaal voor een zomerse ‘duik’ om even af te koelen na een inspannende fietsrit. Langer dan 10 minuten moet je er niet in blijven staan, want dan beginnen je voeten toch redelijk gevoelloos te worden. 
 
Neem ook eens een kijkje op onze Ontdek-pagina Hier vind je nog veel meer toffe fietsplekken

Opgefrist en wel rijden we nog een klein kwartiertje en leveren we de fietsen weer in bij de Intersport naast het hotel. Een leuke afsluiting van een paar geweldige dagen fietsen in de twee van de mooiste fietsregio’s van Frankrijk, de Hautes Alpes en Vallée des Belleville.

Of je nu wielrenner of mountainbiker bent, je kunt hier écht alle kanten op en jezelf uitleven in een adembenemend berglandschap. Morgen stap ik weer op de trein richting Nederland en zoef ik samen met mijn fiets zorgeloos terug naar huis. Hopelijk helpt mijn verhaal je bij het kiezen van jouw volgende fietsbestemming.

Meer informatie

Zin om zelf bergen te bedwingen in dit Franse fietsparadijs? Check dan deze handige sites die ik voor je op een rijtje heb gezet. 
 
Als je net zoals ik van plan bent om relaxt met de trein te gaan, dan moet je rekening houden met een aantal zaken.Ten eerste moet je beide wielen verwijderen en alle fietsonderdelen verpakken in een soepele hoes van maximaal 135 x 85 x 30 cm. Fietsen die niet op die manier zijn ingepakt, mogen niet mee in de trein. Zorg er daarnaast voor dat je minstens 30 minuten voor de voorziene vertrektijd op het perron aanwezig bent. Ik wens je alvast een ontspannen reis toe.

Tekst: Andrea Lodder
Foto's: Andrea Lodder, Roger van Rijn, Images & Reves, Patrick Domeyne, David Gouel, Tom Young, Stef Candé



Goed verzekerd op reis

Met de betrouwbare fietsverzekering van de NTFU is jouw ros verzekerd tegen schade, ook in het buitenland. Vanaf slechts € 45 per jaar ga jij voortaan zorgeloos op pad. Uiteraard ook geldig tijdens tochten en trainingsritten die je thuis maakt.

Ik wil meer weten
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant