Toeristen turen vanaf een steiger in de voormalige haven naar de polders die reiken tot aan de horizon. Aan de voet van de dijk fotografeer ik mijn fietskameraden die langs de lichtwachterswoning en vuurtoren van Emmeloord rijden. Honderd jaar geleden had ik met mijn voeten in het water gestaan. De toeristen hadden uitgekeken op het wassende water van de Zuiderzee. Het lichtwachtershuis was bewoond en de vuurtoren een baken van licht op de drukke vaarroute langs Schokland. Er meerden vissersboten in de haven aan om hun vangst bij de visafslag te verhandelen.
"Schokland is nu omringd door een zee van land"
Maar sinds de drooglegging van de Noordoostpolder in 1942 is Schokland geen eiland meer. Het is nu omringd door een zee van land. Het eiland Urk en schiereiland Oud-Kraggenburg ondergingen hetzelfde lot. Ze zijn alle drie onderdeel van de route ‘Rondoostpolder’ die we vandaag fietsen. De 112 kilometer lange route loopt - je raadt ’t al - rond de Noordoostpolder. De vertelt het verhaal van de Zuiderzee. Over een zeedijk die tegenwoordig middenin de polder ligt en over eilandbewoners die zichzelf op nieuw uit moesten vinden, zoals gebeurde met ‘het wonder van Urk’ - waarover later meer.
De bult
Op een grijze zondagmorgen verzamelen we in de haven van Urk. Het is stil in de straten van het gelovige dorp. Alles is er gesloten, behalve de kerken. We peddelen langs de oude scheepswerf Westhaven, zien de Urker kotters dobberen op het water en fietsen langs de rood-witte vuurtoren op ‘de bult’. Hoewel Urk al sinds 1939 is verbonden met het vasteland, ademt het nog altijd de sfeer van een eiland.
We verlaten het ‘eiland’ om over de Westermeerdijk in een kaarsrechte lijn naar het noorden te koersen. Links van ons lopen het grauwe water van het IJsselmeer en de grijze lucht naadloos in elkaar over. Rechts kruipt de lange dijk en een schier eindeloze rij windmolens richting de horizon. In dit bijna meditatieve decor trappen we kilometers in het luchtledige. De wind blaast in de rug, we rijden kop over kop en mijn teller geeft 39 kilometer per uur aan. De omstandigheden zijn perfect, het kan ons niet lang genoeg duren!
Scheidslijn tussen zee en land
Dan verschijnt aan de horizon een streepje land met een plukje bos: Friesland kondigt zich aan. We fietsen langs het toeristische stadje Lemmer om aan de volgende highlight van onze rit te beginnen. De komende veertig kilometer zullen we, met een uitstapje, kronkelen over de serie dijken die ooit de scheidslijn tussen land en Zuiderzee vormden. Nu zijn de dijken de grens tussen nieuw en oud land. Met links statige boerderijen en kronkelende sloten en rechts de kaarsrechte polders in een wijds landschap dat meters lager ligt. De wind blaast nu van de zijkant. We trekken waaiertjes, zoeken elkaars wiel op en malen de kilometers weg zonder veel obstakels tegen te komen. Wielrennen zoals wielrennen bedoeld is.
"De wind blaast nu van de zijkant. We trekken waaiertjes, zoeken elkaars wiel op"
Tijd voor het eerder genoemde uitstapje. Bij Baarlo duiken we natuurgebied de Weerribben in om een bezoek te brengen aan een gehucht met een wel heel bijzondere naam (of juist niet): ‘Nederland’. Het telt slechts één straat en zo’n twintig inwoners en is enkel en alleen een trekpleister vanwege zijn naam. Net als twee toeristen die ons voorgaan, maken ook wij de onvermijdelijke selfie bij het officiële plaatsnaambord, dat bij uitzondering met oranje letters is bedrukt. Via het gehucht Muggenbeet (wie heeft hier de plaatsnamen verzonnen?) keren we terug naar de Zeedijk. Maar niet voordat we een stevige uitsmijter hebben gegeten in het voormalige kuststadje Blokzijl.
Eilandhoppen
Na de lunch is het tijd om te gaan eilandhoppen. We dalen af naar de voormalige zeebodem van de Noordoostpolder. Als we een betonnen fietspad opdraaien, doemt een lichtwachterswoning en een pier met baken op: Oud-Kraggenburg. Dit schiereiland was vroeger een havenhoofd voor de kust, met een vluchthaven waar schepen konden aanleggen bij storm. Waar vroeger het water kabbelde, strekt zich nu een zee van weilanden uit.
We scheren over de Ramsdijk langs het Ketelmeer en duiken dan de polder in om naar het volgende eiland te zeilen. We fietsen letterlijk vanaf de voormalige zeebodem het oude land op: welkom op Schokland! We fietsen over een landstrook die krap vijf kilometer lang en slechts 250 meter breed is.
"We fietsen letterlijk vanaf de voormalige zeebodem het oude land op"
Het is moeilijk voor te stellen dat hier ooit 650 mensen woonden verdeeld over twee ‘dorpen’: het katholieke Emmeloord in het noorden en het protestante Ens in het zuiden. Het eiland heeft een bewogen geschiedenis. De inwoners uit de vissersdorpen leidden een zwaar bestaan en voerden een eeuwenlange strijd met het water die uiteindelijk door stormvloeden en landafslag werd verloren. Vanwege de onveilige situatie moesten de laatste bewoners het eiland in 1859 op bevel van de koning verlaten. Schokland was toen de armste gemeente van Nederland.
Unesco Werelderfgoed
Als wij een rondje over het eiland fietsen, telt het gehucht Schokland vijf inwoners en ligt het er verlaten bij. We dokkeren over de dijk met klinkers langs de lichtwachterswoning en misthoorn van Emmeloord. Een eiland middenin de polder, het een bijzonder fenomeen en niet voor niets uitgeroepen tot UNESCO Werelderfgoed.
Dan zetten we weer koers naar de dijk langs het Ketelmeer om naar het laatste én eerste eiland van onze route te fietsen: Urk. Op de Zuidermeerdijk maken we kaarsrechte kilometers, met als mikpunt eerst de Ketelbrug waar we onderdoor fietsen, en vervolgens het dorp Urk. We rijden buitendijks langs het water en zien aan de horizon de vrachtschepen drijven.
Bij ons is het beste er wel vanaf, maar fietsmaatje Marco heeft nog genoeg diesel in de tank om ons met een lange kopbeurt naar de finish te brengen. Na de Ketelbrug krijgen de we wind in de rug en zien we de vuurtoren van Urk letterlijk als een lichtbaken aan de horizon. De 110 winterkilometers voelen we flink in de benen als we de haven van Urk weer bereiken. Tip: als je niet op zondag komt, ga dan zeker nog even een visje eten in de haven.
Wonder van Urk
Ons verdict: deze route is bij uitstek geschikt om te fietsen in de winter. De dijken liggen er doorgaans schoon bij. Modderige wegen worden, behoudens een paar uitstapjes naar de polder, gemeden. En als je van het klassieker Hollandse werk houdt: stoempen of juist freewheelen over dijken, zit je met deze route zeker goed. Het bijzondere verhaal van de Zuiderzee maakt het plaatje compleet.
"Deze route is bij uitstek geschikt om te fietsen in de winter; de dijken liggen er doorgaans schoon bij"
O ja, hoe het zat met het ‘Wonder van Urk’? Urk was al eeuwen een vissersdorp, maar met de voltooiing van de Afsluitdijk in 1933 werd gedacht dat het einde verhaal was voor de visserij op het eiland. De volhardende Urkers bewezen echter het tegendeel. Ze bouwden grotere schepen en trokken naar de Noordzee. Met de vangst van schelvis, schol en tong brak een bloeiperiode voor de Urkers aan, ook wel het ‘Wonder van Urk’ genoemd. Vandaag de dag heeft Urk zelfs de grootste vissersvloot en visverwerkende industrie van Nederland.
Praktische info
- Startplek: Haven Urk, Klifweg Urk (gratis parkeren)
- Koffiestop: Grand Café Prins Mauritshuis, Brouwerstraat 2, 8356 DV Blokzijl
- Tip: fiets deze route met de klok mee bij zuiden- en oostenwind (standaard route). Fiets hem tegen de klok in bij noordenwind. Bij westenwind eindig je de route op beide rijrichtingen met tegenwind.
- Let op: op deze route passeer je verschillende veeroosters. Deze kunnen erg glad zijn. Afstappen is aanbevolen.
Pluspunten
+ Kilometers doortrappen zonder stoplichten
+ Route vertelt een bijzonder verhaal
+ Voldoende horeca
Minpunten
- Enkele smalle fietspaden en wegen kunnen er in de winter slecht bijliggen
- Kilometers stoempen over dijken, je moet ervan houden
Download de route