Rijtechniek: Off Camber

Smalle paadjes langs kabbelende beekjes, rotsachtige passages aan de rand van een afgrond en gladde boomwortels die voor het nodige glibberen en glijden zorgen: mountainbiken staat garant voor avontuur in de natuur, en je rijtechniek wordt constant op de proef gesteld. Eén van de moeilijkste beproevingen is off camber rijden, waarbij het pad over de breedte schuin afloopt. In dit artikel 5 tips om dergelijke passages zonder kleerscheuren te overwinnen.

Tip 1: Vooruitkijken

Dit is de ‘moeder van alle rijtechniektips’. Constant vooruitkijken zorgt er natuurlijk voor dat je weet wat je te wachten staat, maar heeft nog veel meer essentiële voordelen. Door vooruit te kijken behoud je het overzicht en worden last-minute stuurcorrecties overbodig, waardoor je vloeiender gaat rijden. Je focuspunt (referentiepunt) ligt verder van je af, waardoor afwijkingen van de gekozen lijn – bij het off camber rijden bijvoorbeeld als een wiel een stukje zijwaarts wegglijdt – minder impact hebben.

"Vooruitkijken: de moeder van alle rijtechniektips." 

Tip 2: Houding als in een bocht

Het rijden over off camber terrein is qua houding te vergelijken met het nemen van een bocht. Zet het pedaal aan de ‘dalzijde’ in de laagste positie. Zo druk je de banden optimaal tegen de grond en heeft het pedaal aan de ‘bergzijde’ maximale bodemvrijheid. Moet je toch trappen, doe dit dan staand en beweeg de fiets overdreven opzij als de voet aan de bergzijde beneden komt. Hiermee voorkom je dat je pedaal de grond raakt. Overigens kan het aanzetten op de pedalen ervoor zorgen dat het achterwiel gaat slippen, dus doseer je trapkracht gelijkmatig.

Tip 3: Blijf rollen

Zolang je banden over de ondergrond rollen, kun je rekenen op de maximale grip die ze kunnen leveren. Zodra je remt ondervinden de wielen weerstand en zijn de banden sneller geneigd om te gaan glijden. Om soepel door een off camber passage te komen, doe je er dus goed aan om zo min mogelijk te remmen en de fiets vooral te laten rollen. Ben je toch genoodzaakt om te remmen, gebruik dan alleen de achterrem. Als het achterwiel zijwaarts wegglijdt, dan kun je nog gauw een voetje aan de grond zetten. Als het voorwiel wegglijdt, is een valpartij vaak niet meer te vermijden.

Tip 4: Vertrouw op je banden

It ain’t over ‘till it’s over: veel rijders gaan op off camber terrein al voorzichtiger rijden terwijl de banden nog volop grip hebben. Wees niet bang om de grens van je bandengrip op te zoeken. Net als in een bocht zorgen de noppen aan de zijkant voor houvast op een schuine ondergrond. Wil je de bandengrip testen? Knijp dan voorzichtig in je achterrem tot het wiel grip verliest. Doe dit soort testjes alleen als het terrein en de omgeving het toelaat!

"Wees niet bang om de grens van je bandengrip op te zoeken."

Tip 5: Speelruimte

Zodra het terrein moeilijker begaanbaar wordt, is het essentieel dat je de fiets enige speelruimte geeft. Dat begint met het sturen: als je te nauwkeurig wil sturen raak je gespannen en ga je automatisch naar de eerste meters voor het voorwiel kijken. Focus op de globale lijn en laat de banden zelf hun weg vinden. Soms zullen ze daarvoor af en toe gaan schuiven.

Naast het sturen heeft de fiets ook nog in een ander opzicht speelruimte nodig. Het is namelijk van belang om schokken en oneffenheden op te vangen. Maak jezelf ‘licht’ waar dat nodig is: ontlast je wielen voor boomwortels of stenen, zodat je bodemcontact en vaart behoudt.

Tot slot

Om een uitdaging het hoofd te kunnen bieden, heb je focus en commitment nodig. Bij het off camber rijden betekent dat: kies een lijn en wijk hier niet vanaf. Vertrouw op je lijnkeuze, vertrouw op je fiets en houd de vaart erin, terwijl je de rijlijn continu verder voor je uitstippelt.