• Overig
  • Gewijzigd op 10 april 2025

Rookie vs Oudgediend: dubbelinterview met twee clubleden

Moet je als voorzitter van een wielerclub veel bestuurservaring hebben, of kun je als ‘rookie’ ook de tent runnen? Lisanne is 31 en heeft de hamer opgepakt bij VOEK, Mari is na meer dan twintig trouwe jaren afzwaaiend secretaris bij De Voorsprong.
Rookie vs Oudgediend: dubbelinterview met twee clubleden
Rookie vs Oudgediend: dubbelinterview met twee clubleden
Lisanne van de Weitgraven uit Nijkerk mag gerust dapper worden genoemd. Zonder bestuurservaring pakte ze de handschoen op, na enig aandringen van wat renners uit haar eigen ploegje. Wat haalt ze op haar hals?

"Ja, daar kom je dan gaandeweg achter”, zegt ze lachend. “VOEK had al een jaar geen voorzitter en vanuit ons fietsgroepje, was een aantal vrienden toegetreden tot het bestuur. Zij vonden het wel iets voor mij, maar ik zei heel hard ‘nee’. Waar moest ik de tijd vandaan halen?” Toch ging ze akkoord. Waarom? “Als je deel uitmaakt van een club moet je ook je bijdrage leveren. En de rol van voorzitter past me eigenlijk wel; ik sta als lerares voor de klas en moet daar ook voor een grote groep van alles regelen.”

Oude rot

Mari van Nistelrooij (61) uit Heesch is oneerbiedig gezegd een oude rot in het vak. Hij is al decennia lang secretaris bij De Voorsprong, dat hem onlangs eerde met de Gouden Speld voor zijn verdiensten voor de club. Zijn betrokkenheid kent geen grenzen, zo werd de keuze toegelicht, en hij steekt al jaren zijn ziel en zaligheid in de club.

“Ik ben een soort van geridderd tot Ridder in de Orde van De Voorsprong. Daar ben ik best trots op.” Nu staat hij op het punt af te zwaaien, het is ook wel een keer welletjes. Maar Mari de allesregelaar zou Mari niet zijn als hij zelf niet op zoek ging naar een opvolger. “Dat vind ik niet meer dan normaal.”

"Soms krijg ik het gevoel dat leden mij nu zien als ‘de voorzitter’ en niet als Lisanne die fietst"

Uiteraard loopt de jonge Lisanne tegen zaken aan die lastig zijn, zeker als je net begint. “Ik vind balans zoeken met het gezinsleven wel nummer één. Dat je dus echt tijd moet vrijmaken voor de club, want voor je het weet schiet dat er bij in. En ik vind het heel fijn dat ik binnen de club een voorbeeldfunctie heb. Maar wat het lastig maakt: ik fiets natuurlijk zelf ook mee. En soms krijg ik het gevoel dat sommige renners mij nu zien als ‘de voorzitter’, en niet als Lisanne die fietst. En dus denk ik veel meer na hoe ik fiets, wat ik zeg onderweg. Dat had ik nooit, toen ik nog alleen fietser was.”

Geen fijne positie

Mari herkent het dilemma. “Toch is het de kunst om gesprekken over het clubbeleid af te houden als je fietst. Als ze iets vragen wat betrekking heeft op jou als voorzitter, ga er dan gewoon niet op in. Ik houd het fietsen en mijn bestuurskant echt strikt gescheiden. Althans, dat probeer ik.” Het gaat Lisanne echter niet alleen om bestuurszaken die soms op de fiets aangesneden worden.

“Soms fiets ik in mijn groep en gaan we net even harder dan voor die groep is afgesproken. Op dat soort momenten zit ik in dubio, want zeg ik er dan wat van of fiets ik lekker mee? Ik heb dan het gevoel dat er meer naar mij gekeken wordt. Dat vind ik geen fijne positie.”

Mari knikt. De man met zoveel ervaring lijkt een strenge, doch rechtvaardige bestuurder. Lisanne heeft meer de uitstraling van een lieve voorzitter. Mari: “Ik weet niet of ik streng ben, maar je moet je wel proberen je zakelijk op te stellen. En dat is niet altijd wat ze van jou gewend zijn.” Lisanne: “Ik denk dat ik best zakelijk kan zijn, al vind ik dat soms lastig. Maar in dat geval bespreek ik het onderwerp heel open, dat helpt mij vaak ook wel.”

Springlevend

Wielrenners zijn niet de makkelijkste groep mensen om te leiden. Dat heeft vooral te maken met het feit dat ze na afloop niet samen douchen en nog wat gaan drinken, zoals voetballers. “Voetballers bouwen daardoor iets op”, weet Lisanne. “Fietsers checken individueel in en zijn na de rit vertrokken.”Tja, en hou een wielerclub dan maar eens springlevend. Mari: “Om de saamhorigheid te vergroten organiseren wij bewust evenementen, zoals een barbecue of social ride, waardoor die mensen elkaar wel spreken en leren kennen. Dat soort initiatieven is echt nodig als je geen clubhuis hebt.”

Lisanne knikt: “Vorige maand hadden we een nieuwjaarsreceptie, maar het valt me wel op dat het steeds dezelfde mensen zijn die komen.” Mari: “Dat is ook wat wij ervaren.”

Weinig vlieguren

Terug naar de leeftijden. Is het een nadeel als je nog maar weinig vlieguren achter je naam hebt? Mari: “Als je ouder bent heb je op bepaalde vlakken misschien meer ervaring. Maar jonge mensen van nu zijn vaak beter opgeleid, althans dat is mijn overtuiging. En die kunnen dan toch op een andere manier iets extra’s inbrengen.”

isanne, afgestudeerd aan de PABO, vindt het allebei wel wat hebben. “Ik denk wel dat als je ouder bent, je geloofwaardiger overkomt en zekerder van je zaak bent. Maar leeftijd zegt niet alles, het gaat ook om de aard van het beestje.” En oud kan toch ook van jong leren? Denk alleen maar aan social media-inzet. “In z’n algemeen geldt dat wel”, zegt Mari, “alleen niet voor mij, want ik werk in de ICT. Wat dat betreft kunnen ze mij niks leren.”

"Als je ouder wordt, moet je opletten dat je niet te vaak zegt: dat hebben we al geprobeerd, lukt niet"

Misschien is die oude rot wel eigenwijzer, en de jongere dame flexibeler. Mari: “Je moet wel opletten dat als je ouder wordt dat je niet te vaak zegt: ‘ja maar dat hebben we al geprobeerd, lukt niet’. Ik weet van mezelf dat ik daar wel een handje van heb.” Lisanne: “Ik merk dat verjonging wel echt daadkracht toevoegt. Ik wil ook niet naar de voorgangers wijzen, maar ik merk wel dat er met dit jonge bestuur van VOEK veel is gebeurd in korte tijd.” Mari: “Nieuwe mensen zorgen sowieso voor een frisse wind.”

Gouden middel

Een secretaris of voorzitter vinden voor een club is al niet eenvoudig, hem of haar houden is vaak nog lastiger. Hoe is er al die jaren met Mari omgesprongen dat hij het zo lang heeft volgehouden, wil Lisanne weten. Wat is het gouden middel? Mari: “Waardering. Dat als je iets hebt georganiseerd, mensen zeggen: dat was een leuke dag, dankjewel.” Lisanne: “Ja, dat geloof ik. Waardering is zo belangrijk.” 

Ze zijn het veel eens, maar waarin verschillen zij? Lisanne doet een dappere poging: “Ik heb zo het vermoeden Mari, dat jij wél een vast moment in de week hebt om aan de slag te gaan voor de club?” Mari: “Nee, dat heb ik totaal niet. Toen ik nog echt secretaris was, ging ik aan het werk als het me uitkwam.” Een teleurstelling voor de vrouw aan tafel. “Hè, ik dacht: pak ik nog even mee vandaag hoe je dat aanpakt, gestructureerd werken voor de club.”

Verantwoordelijkheid nemen

Helaas. Mari vindt sowieso dat er niet veel verschillen zij tussen de twee. Lisanne is nog wel benieuwd hoe je ervoor zorgt dat iedere fietser zijn verantwoordelijkheid neemt onderweg. Mari laat weten dat bij De Voorsprong in iedere groep één navigator is en dat er één of twee vaste wegkapiteins meefietsen die er verantwoordelijk voor zijn dat alles ordentelijk verloopt. “Zij hebben de leiding.” 

"Bij iedere groep fietsen er één of twee vaste wegkapiteins mee"

Lisanne: “Bij onze is dat verwaterd, er werd minder naar de wegkapiteins geluisterd, en die waren er ook niet altijd. En we hebben gewoon te weinig vrijwilligers die dat wilden doen. We hebben vorig jaar voor het eerst weer een kapitein in de laatste groep gezet, omdat dit mensen zijn die voor het eerst meegaan en dan is het wel zo fijn dat er een aanspreekpunt voor ze is. Maar er is verder geen animo voor.” Mari: “Ik denk dat je mensen toch moet zien te overtuigen, want het is echt nodig.” Lisanne, knikt. “Ik wil ook geen politieagentje spelen. Daarvoor ben ik geen voorzitter geworden.”
 

Meer info

Meer weten over VOEK of De Voorsprong? Neem eens kijkje op hun clubpagina. 

Tekst: Thomas Braun
Beeld: Bram Berkien




 
Redactie Fietssport
Door Redactie Fietssport

Redactie Fietssport

Dit vind je misschien ook interessant