Harder rijden in een cyclo: 10x tips

Dus je staat aan de start van de Marmotte in de Franse Alpen of dichterbij in de Ardennen bij de Vélomédiane? Dan zijn goede benen slechts het halve werk. Het goed indelen van een cyclo, zowel tactisch als fysiek, betekent een wereld van verschil voor je eindklassering. Hierbij 10 tactische tips om op je op weg te helpen.

1. Parcourskennis is goud waard.

Bestudeer de route en bekijk eventueel de profielen van de beklimmingen. Bekijk het verloop van de hellingen: moet je in de beginfase sparen voor steile stroken op het einde? Of vlakt de klim juist af? En waar volgt een technische afdaling? Handig: plak een briefje met hellingspercentages en belangrijke fases zoals drinkposten en technische afdalingen op je stuurpen of frame als geheugensteun.
Leon van der Ster: “Ik vergeet nooit dat ik mezelf tijdens de Velomediane in de kopgroep liet afzakken om een bidon aan te pakken. Ik wist niet dat we vlak voor de Haussire zaten, een van de zwaarste beklimmingen van de Ardennen. Toen moest ik volle bak achtervolgen in de afdaling om vervolgens dat pokkeding achterin de groep te beginnen. Met parcourskennis had ik die bidon nooit aangepakt.”

2. Vraag de organisatie om een plekje in een startvak voorin.

Kun je goede resultaten overleggen van cyclo's in het verleden? Dan is het de moeite waard om die van te voren te mailen naar de organisatie met de vraag of je voorin mag starten. Scheelt het halve peloton inhalen na de start.

Kenny Nijssen: “Bij de Velomediane had ik me een paar jaar terug laat ingeschreven en moest achterin starten. Toen ik op de eerste klim voorin kwam, zag ik de favorieten al in een groepje wegrijden. Die hebben we die dag niet meer terug gezien.”

3. Haak na de start aan bij een sterk groepje.

Omdat er grote niveauverschillen zijn, valt het deelnemersveld vaak al in de beginfase van een cyclo uiteen. Als je te langzaam start, loop je het risico dat je de boot mist en de hele dag alleen rijdt of aan kop sleurt van trager groepje. Deze tip geldt met name voor cyclosportieven op heuvelachtig of vlak parcours.

Kenny Nijssen: “Bij bergachtige cyclo's zoals de Marmotte kun je beter al op de eerste klim je eigen tempo rijden. Veel renners staan op de laatste klim (Alpe d'Huez, red) stil omdat ze in het begin te veel hebben gegeven. Een vriend van me reed rond plek 50 op zijn eigen tempo op de Galibier. Omdat hij nog over had op de Alpe d'Huez reed hij uiteindelijk nog top 10."

4. Ken je eigen grenzen.

Zorg er daarom voor dat je van te voren weet hoe diep je kunt gaan. Zo voorkom je dat je al in de beginfase plafonneert of juist achterop raakt.

Leon van der Ster: “In de voorbereiding rijd ik vaak een aantal toertochten op het tempo van een cyclo. Dan geef ik mezelf flink op mijn sodemieter. Niet alleen als training, maar ook om te kijken hoeveel mijn lichaam kan hebben.”

5. Kies positie in het peloton.

Stel: je rijdt een cyclo met 600 deelnemers die allemaal bij de eerste klim van voren willen zitten. Wat gebeurt er dan? Juist, iedereen wil naar voren rijden. Positioneer jezelf door via weerszijden of gaten in het peloton naar voren te rijden en kies een plek die bij je ambities en capaciteiten past. Vind je het moeilijk om naar voren te rijden, pak dan het wiel van een vaardige renner (bijvoorbeeld je fietsmaatje) en rijd met hem/haar naar voren.

6. Kijk vooruit

Je rijdt het beste met een lichter verzet, zodat je goed kunt anticiperen. Kijk over je voorganger heen. Zo zie je de bewegingen in het peloton en kun je beter reageren. Houd ook voldoende afstand. Zo voorkom je dat je hard in de remmen moet knijpen als je voorganger vaart mindert. Ga niet slingeren en houd je lijn. Zo voorkom je gevaarlijke situaties waarbij iemand bijvoorbeeld je achterwiel aantikt.

7. Daal zo hard als je kunt

Niet zo hard als je wilt. Een wijze les van Bernd Neudert, organisator van de meerdaagse cyclo Tour de Kärnten in Oostenrijk. Natuurlijk wil je je groepje in de afdaling bijhouden, maar als ze boven jouw limiet dalen, dan laat je ze beter lopen en probeer je aan te pikken in de vallei. Het is het risico van een valpartij niet waard. 

8. Rijd attent

Bij een cyclo wordt er koers gemaakt op het vlakke, bergop en in de afdalingen. Dat vergt concentratie van start tot finish. Als je een gaatje laat op een beklimming kun je zomaar het contact met je groep verliezen. Het zou zonde zijn als je een mooi klassement verspeelt omdat je zat te slapen.

9. Eigen bevoorrading scheelt een slok op een borrel

Het uitrijden van een cyclo gaat meestal niet op twee bidons. Het stoppen bij drinkposten langs het parcours kan je dan weer de aansluiting met je groepje kosten. Daarom is het handig als een eigen verzorger je langs het parcours kan bevoorraden. Dus kijk je vader, moeder of vriend of vriendin lief aan. Of vraag desnoods de hoteleigenaar waarbij je overnacht of hij of zij een bidon wil aangeven. Bevoorraad wel op strategische plekken, zoals bovenop een beklimming.

"Als vanzelfsprekend kun je in een afdaling met 60 kilometer per uur niet lekker een bidon aanpakken." 

10. Eet en drink genoeg

Vooral bij warm weer. Je kunt het beste beginnen met vast voedsel en daarna overstappen op gelletjes. Het innemen van caffeinegels geeft je een boost, maar daarna kan een terugslag volgen. Pas er dus mee op. Tip van tweevoudig winnaar van de Ötztaler Radmarathon Stefan Kirchmair: open de verpakkingen van je repen al voor de race. Dat scheelt gewriemel op de fiets.

Gerrit fietste de Vélomédiane Claudy Criquiélion. Lees zijn verslag van deze cyclo in de Belgische Ardennen.