Wat is dikke lucht? En heb je er als fietser écht last van?
Plus zes tips om de snelheid er in te houden.
In zijn carrière als baanrenner werd Peter Schep in 2006 wereldkampioen in de Puntenkoers en reed hij vier Olympische Spelen: Atlanta 1996, Sydney 2000, Athene 2004 en Peking 2008. Helaas keerde hij elke keer zonder medaille naar huis. In 2013 werd een vernauwing aan zijn liesslagader geconstateerd, waarna hij moest besluiten zijn actieve wielercarrière te beëindigen. Schep richtte zich op het coachingsvak en is bij de KNWU aan de slag gegaan als bondcoach voor de duuronderdelen op de baan.
Wat vind jij het mooiste aan baanwielrennen?
“Het mooie aan baanwielrennen is dat je het fysieke direct kunt koppelen aan het tactische. Een wielerbaan is een overzichtelijk veld. Je ziet de concurrentie altijd. Het is een snelheidssport. En het publiek zit er boven op en dat reageert meteen op de actie op de baan. Dat is voor een renner ook heel lekker.”
Hoe zwaarder een wedstrijd was, hoe beter ik presteerde
En het mooiste onderdeel?
“Ik vind de Koppelkoers het mooiste onderdeel. Waarschijnlijk ook omdat ik daar het beste in was. Er zit tactisch zoveel in! In een Puntenkoers valt het wel eens stil, maar in een Koppelkoers blijf je gaan! En hoe zwaarder een wedstrijd was, hoe beter ik presteerde. Mijn conditie was mijn sterke punt.”
Hoe kom je aan de bijnaam ‘le pedaleur de charme’?
“Die bijnaam heb ik te danken aan het feit dat ik een soepele tred had. Op de baan viel dat vooral op en dan zeiden mensen wel eens dat ik de stijl van de Zwitser Hugo Koblet had. Hij droeg de bijnaam ‘le pedaleur de charme’, dus die kreeg ik ook opgeplakt. Ik heb mezelf die soepele tred aangeleerd. Toen ik begon met fietsen reed de Colombiaan Alvaro Mejia bij het Amerikaanse Motorola. Die zat zo stil op de fiets, dat hij alleen zijn benen bewoog. Dat vond ik helemaal geweldig, dus daar ben ik op gaan trainen.”
Is het gebrek aan een Olympische medaille een smetje op jouw palmares?
“Op het moment dat je een Olympische Spelen hebt gereden en je komt zonder medaille thuis, dan is dat natuurlijk op het moment zelf wel balen. Maar als ik terugkijk op mijn carrière, dan heb ik een wereldtitel en dan is het gemis van een Olympische medaille er niet. In het wielrennen is een regenboogtrui toch het belangrijkste.”
Mag je met een vernauwing van de liesslagader nog sporten?
“In principe mag ik alle sporten doen, maar als ik op de fiets zit, dan doet mijn been na een half uurtje al pijn. Ik loop tegenwoordig hard. Om af te trainen en om een beetje in conditie te blijven. Hoewel ik nu makkelijker en lekkerder loop dan toen ik net gestopt was, was mijn conditie toen een stuk beter en liep ik toen sneller dan nu.”
/imgOp Fietssport vind je de complete kalender van de NTFU met ruim 2.500 toertochten voor racefiets en mountainbike. Fiets mee en ontdek nieuwe routes en bijzondere plekken!
Vind een toertochtRedactie Fietssport
Plus zes tips om de snelheid er in te houden.
Wij geven je 5 praktische tips om de Hollandse wind te trotseren.
Jij laat je toch niet tegenhouden door een buitje?
Van beginnende fietser naar berggeit.
Je wordt beter op de fiets, bent klaar voor je eerste avontuur én meer!
Train niet te lang!
Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder.
In training voor de Jean Nelissen Classic.
Nooit meer alleen bandje wisselen of solo tegen de wind in stoempen.
Draai 4 weken lang gratis proef.